familie "de Coninck"
# | inventaris | item | begindatum einddatum |
---|---|---|---|
91 | DC.1/91.0.0 | Kwitantie van een legaat van 104 Vlaamse ponden, 5 shellingen en 10 Vlaamse groot afkomstig uit de nalatenschap van Egidius de Coninck (° 1669) ten gunste van zijn nichtjes: Helena Catharina Claessens (1698-1766), gehuwd met Hendrik Geelhand (1694-1776), en Maria Isabella Claessens (1701-1767), gehuwd met Jan Frans Michel Lunden (1697-1767). Zij ontvingen deze som uit handen van Egidius' broer Ludovicus Franciscus de Coninck (1674-1758), die optrad als testamantair executeur. | 30/10/1741 30/10/1741 |
92 | DC.1/92.0.0 | Balans van de rekening van Egidius de Coninck (° 1669) voor een bedrag van 19.397 Vlaamse ponden, 4 schellingen en 9 Vlaamse groot. Eveneens vermeld waren de legaten voor Isabella Lucretia Emtinck (begijn te Antwerpen - 4.166 Vlaamse ponden, 13 schellingen en 4 Vlaamse groot), Catharina Theresia Emtinck (1704-1764 - gehuwd met ridder Carolus Josephus van Colen, heer van Boechout 1694-1736 - 4.166 Vlaamse ponden, 13 schellingen en 4 Vlaamse groot), Anna Helena Emtinck (+ 1767 - gehuwd met wachtmeester Carolus Josephus Roose 1697-1776 - 6.394 Vlaamse ponden, 16 schellingen en 13 Vlaamse groot) en Jacob Albert Dormer (4.166 Vlaamse ponden, 13 schellingen en 4 Vlaamse groot), de zoon van Maria Magdalena Emtinck ∞ James Dormer (1708-1758). | 04/02/1740 21/11/1740 |
93 | DC.1/93.0.0 | Balans van de rekening van wijlen Egidius de Coninck (° 1669) voor een bedrag van 20.062 Vlaamse ponden, 3 schellingen en 4 Vlaamse groot. Het ging voornamelijk om de uitbetaling van legaten diens erfgenamen te weten: Helena Catharina Claessens (1698-1766, gehuwd met Hendrik Geelhand 1694-1776), Maria Isabella Claessens (1701-1767, gehuwd met Jan Frans Michel Lunden 1697-1767), Helena Catharina De Jonghe (+ 1745, gehuwd met Leonard Mathias van der Noodt, baron van Kiesegem), Ludovicus Franciscus de Coninck (1674-1758) en de nakomelingen van Jacobus de Coninck (1661-1724) en Maria Mechtildis Schilders (+ 1746). | 25/01/1740 29/05/1741 |
94 | DC.1/94.0.0 | Notariële akte, opgemaakt door de Antwerpse notaris Melchior Kramp, betreffende een legaat van 900 gulden vanwege Egidius de Coninck (° 1669) aan Anna Chatarien Vereijcken, wonende in 'Den Grooten Biecorff' gelegen in de Eiermarkt. Dit legaat werd uitgereikt in navolging van Egidius' testament, dat op 13/10/1719 werd geattesteerd door de Antwerpse notaris Theodoor van Merlen. | 19/11/1738 19/11/1738 |
95 | DC.1/95.0.0 | Notariële akte, opgemaakt door de Antwerpse notaris Melchior Kramp, betreffende enkele legaten vanwege Egidius de Coninck (° 1669), te weten: Anna Catharina Van Kempen (200 gulden per jaar zolang zij bij de erflater inwoonde), Catthien Dansetter (300 gulden voor haar professie als begijn), Sint-Walburgiskerk te Antwerpen (600 gulden), Antwerpse Armenkamer (600 gulden) en aan zijn nichtje Deldime, begijntje wonende op het Antwerpse begijnhof (50 gulden per jaar zolang zij leefde). | 16/05/1721 16/05/1721 |
96 | DC.1/96.0.0 | Notariële akte, opgemaakt door de Antwerpse notaris Melchior Kramp, betreffende een legaat van 2.000 gulden vanwege Egidius de Coninck (° 1669) aan de kinderen van zijn zus Maria Magdalena de Coninck (1672-1706), die gehuwd was met Eduardus Emtinck (ca. 1662-1724). Dit legaat was afkomstig uit een gelegateerd fonds van hun moeder (Helena Chauvin 1641-1698) waarmee de zielmissen op haar sterfdag, evenals de zielmissen gehouden op de sterfdag van haar man (Johan de Coninck 1619-1684) en die van haar zoon (Jan Carel de Coninck), gefinancieerd moesten worden. | 23/12/1719 23/12/1719 |
97 | DC.1/97.0.0 | Notariële akte, opgemaakt door de Antwerpse notaris Peeter Gerardi in aanwezigheid van de getuigen Peeter Van Merlen en Thomas Gerardi, betreffende enkele legaten van Egidius de Coninck (° 1669 - licentiaat in de Rechten), de zoon van de Antwerpse koopman/bankier Johan de Coninck (1619-1684) en diens tweede vrouw Helena Chauvin (1641-1698). In eerste instantie liet de erflater een som van 50.000 gulden na aan de kinderen van zijn zuster Maria Magdalena de Coninck (1672-1706), die gehuwd was met Eduardus Emtinck (ca. 1662-1724). Zijn nicht Anna Helena Emtinck (+ 1767 - gehuwd met wachtmeester Carolus Josephus Roose 1697-1776) zou kunnen rekenen op een legaat van 30.000 gulden, terwijl het niet nader gespecifieerde erfdeel van Egidius' neef, Albert Joseph Emtinck (+ 1740 - gehuwd met Theresia Cornelia Lunden 1698-1743), bij zijn eventuele overlijden werd toegewezen aan zijn overige zussen. (voor de eigenlijke erfdeling zie DC.1/72.0.0 en testament DC.1/73.0.0) | 01/04/1730 01/04/1730 |
98 | DC.1/98.0.0 | Testament van van Egidius de Coninck (° 1669 - licentiaat in de Rechten), de zoon van de Antwerpse koopman/bankier Johan de Coninck (1619-1684) en diens tweede vrouw Helena Chauvin (1641-1698). De erflater wenste begraven te worden in de ouderlijke grafkelder in de Antwerpse Sint-Walburgiskerk en ging vervolgens over tot het overlopen van de erfgenamen. De kinderen van zijn zuster Maria Magdalena de Coninck (1672-1706), die gehuwd was met Eduardus Emtinck (ca. 1662-1724), werden bedacht met een som van 48.000 gulden. Het overige deel van de nalatenschap was voorbehouden aan Egidius' broer Ludovicus Franciscus de Coninck (1674-1758) en de nakomelingen van zijn zuster Maria Franchoise de Coninck (1664-1719), die getrouwd was met Jacobus Henricus Claessens (1668-1738). Het testament werd opgemaakt in de woning (gelegen op de Schoenmarkt) van de Antwerpse notaris Theodoor Van Merlen in het bijzijn van de getuigen Peeter Gerardi en Andries Colpijn. (zie ook goederenstaat DC.1/72.0.0, testament DC.1/73.0.0 en legaten DC.1/94.0.0, DC.1/95.0.0, DC.1/96.0.0 en DC.1/97.0.0) | 13/12/1719 13/12/1719 |
99 | DC.1/99.0.0 | Klacht, ingediend bij de Raad van Vlaanderen, vanwege Ludovicus Franciscus de Coninck (1674-1758), Hendrik Geelhand (1694-1776 - gehuwd met Helena Catharina Claessens 1698-1766), Jan Frans Michel Lunden (1697-1767 - gehuwd met Maria Isabella Claessens 1701-1767); allen erfgenamen van Egidius de Coninck (° 1669-ca. 1740) tegen François Van Pottelsberghe, heer van Appelvoorde en diens vrouw Josephine Jacobs de Corbecq betreffende de uitbetaling van een achterstallige rente. | 24/12/1743 24/12/1743 |
100 | DC.1/100.0.0 | Vonnis vanwege de Raad van Vlaanderen, ondertekend door G. N. Robiano en J. B. Verschaeren, waarin de klacht van Ludovicus Franciscus de Coninck (1674-1758), Hendrik Geelhand (1694-1776 - gehuwd met Helena Catharina Claessens 1698-1766) en Jan Frans Michel Lunden (1697-1767 - gehuwd met Maria Isabella Claessens 1701-1767) tegen François Van Pottelsberghe, heer van Appelvoorde en diens vrouw Josephine Jacobs de Corbecq nietig werd verklaard. (zie ook DC.1/99.0.0) | 16/04/1745 16/04/1745 |
101 | DC.1/101.0.0 | Ongedateerde nota betreffende een 'rente op Moerzeke' die bekrachtigd werd door de Grote Raad van Mechelen. | 01/01/1700 31/12/1799 |
102 | DC.1/102.0.0 | Klacht, ingediend bij de Raad van Vlaanderen, vanwege Ludovicus Franciscus de Coninck (1674-1758), Hendrik Geelhand (1694-1776 - gehuwd met Helena Catharina Claessens 1698-1766), Jan Frans Michel Lunden (1697-1767 - gehuwd met Maria Isabella Claessens 1701-1767); allen erfgenamen van Egidius de Coninck (° 1669-ca. 1740) tegen François Van Pottelsberghe, heer van Appelvoorde en diens vrouw Josephine Jacobs de Corbecq betreffende de uitbetaling van een achterstallige rente. | 24/12/1743 16/04/1745 |
103 | DC.1/103.0.0 | Rekenstaat van de inkomsten (1735-1755) van een kapitaalrente van 40.000 gulden ten laste van mevrouw van Moesicke, douariere van jonker François Van Pottelsberghe, heer van Appelvoorde en ten voordele van wijlen Egidius de Coninck (° 1669). | 01/08/1755 01/08/1755 |
104 | DC.1/104.0.0 | Voorwaarden verbonden aan een legaat van 25.000 gulden, die de geestelijke dochter Maria de Coninck wenste na te laten aan de Antwerpse Armenkamer. De uitbetaling van de gelegateerde som zou geschieden door de Antwerpse aalmoezeniers aan de door de testatrice geselecteerde personen. | 01/01/1700 31/12/1799 |
105 | DC.1/105.0.0 | Notariële akte, opgetekend door de Antwerpse notaris Joannes Jacobus Le Puisnier in het bijzijn van Philippus Linthout en Franciscus Leijssens als getuigen, aangaande een legaat van de geestelijke dochter Maria de Concink. Deze laatste legateerde een som van 186 gulden aan de Antwerpse kerkmeesters van de parochiale Sint-Walburgiskerk, te weten: Franciscus Stephanus Smulders, Cornelio De Winter, Melchior Franciscus Schatten en Jacques Allaerts. Het legaat diende te worden aangewend voor de installatie van een 33 jaar durende jaargetijde van vijf zielmissen per jaar ter nagedachtenis van de erflaatster en ter bevordering van haar zielenheil. | 19/01/1761 19/01/1761 |
A - Aartselaar Cleydael Stier
C - Cogels
CS - Calvert Stier
DC - de Coninck
DG - de Gruben, Kramp, van Parijs, Martens, Fourmont, Fourment, van der Aa, Cardon, de Vlieghere, van Eupen, de Neuff, van Delft, Jordaens, van Horenbeeck, Beeckmans, Pouppez de Kettemis, de Turck, della Faille
H - van Havre
HS - van Havre Schoten
M - Melijn
P - Peeters d'Aertselaer
V - de Weerdt Rubens
VE - van Ertborn
VS - van Havre Stier
C - Cogels
CS - Calvert Stier
DC - de Coninck
DG - de Gruben, Kramp, van Parijs, Martens, Fourmont, Fourment, van der Aa, Cardon, de Vlieghere, van Eupen, de Neuff, van Delft, Jordaens, van Horenbeeck, Beeckmans, Pouppez de Kettemis, de Turck, della Faille
H - van Havre
HS - van Havre Schoten
M - Melijn
P - Peeters d'Aertselaer
V - de Weerdt Rubens
VE - van Ertborn
VS - van Havre Stier