familie "Aartselaar - Cleydael"
# | inventaris | item | begindatum einddatum |
---|---|---|---|
121 | A.11/53.0.0 | Antwoord (met voorgedrukt briefhoofd) op het protest van de heer Stier vanwege de Bestendige Deputatie van de Staten van Antwerpen aangaande het publieke karakter van enkele wegen langsheen het domein Cleydael. Zo werd de breedte van de Cleydael Ley vastgelegd op 8 meter en moesten alle beplantingen die zich binnen deze breedte bevonden gerooid worden. | 16/09/1817 16/09/1817 |
122 | A.11/54.0.0 | Betreft een gedrukt exemplaar van het "Journal des Débats Politiques et Littéraires". | 03/05/1820 03/05/1820 |
123 | A.11/55.0.0 | Rekenstaat van de bareelopbrengsten (176 gulden en 9,5 stuiver) van het jaar 1827. | 02/01/1827 30/12/1827 |
124 | A.11/56.0.0 | Leverbewijs, opgesteld door Jan Claes (pachter), van twee kruiwagens mest (1 gulden, 16 stuivers) die door Peer Mortelmans (pachter) aan de heer Stier geleverd werden. | 07/01/1826 07/01/1826 |
125 | A.11/57.0.0 | Leverbewijs, opgesteld door Jan Claes (pachter), van twee kruiwagens mest (1 gulden, 16 stuivers) die door Peer Mortelmans (pachter) aan de heer Stier geleverd werden. | 05/01/1826 05/01/1826 |
126 | A.11/58.0.0 | Leverbewijs, opgesteld door Jan Claes (pachter), van twee kruiwagens mest (1 gulden, 16 stuivers) die door Peer Mortelmans (pachter) aan de heer Stier geleverd werden. | 09/01/1826 09/01/1826 |
127 | A.11/59.0.0 | Leverbewijs, opgesteld door Jan Claes (pachter), van drie kruiwagens mest (2 gulden, 14 stuivers) die door Peer Mortelmans (pachter) aan de heer Stier geleverd werden. | 11/01/1826 11/01/1826 |
128 | A.11/60.0.0 | Rekenstaat van alle gronden en beplantingen van het domein Cleydael. De waarde van de weiden (215 roeden, 85 voeten) bestaat uit 8.640 gulden, 2 stuivers aan grond en 403 gulden, 10 stuivers aan beplantingen. De waarde van de landgoederen te Hemiksem (32 bunders, 159 roeden, 395 voeten) bedraagt 44.717 gulden en 6,5 stuiver aan grond en 3.349 gulden, 4 stuivers aan beplantingen. | 01/01/1800 31/12/1899 |
129 | A.11/61.0.0 | Rekenstaat van de verkoop van bomen van het domein Cleydael voor de periode 1812-1821, alsook een overzicht van de pachteigendommen (30 bunders, 213 roeden, 337 voeten) en pachters te weten: Peer Mortelmans (13 bunder, 284 roeden, 140 voeten met een pachtopbrengst van 524 gulden, 3 stuivers, 9 myten), J. B. De Bakker (5 bunders, 43 roden, 281 voeten met een pachtopbrengst van 232 gulden, 9 stuivers), Jan Claes (1 bunder, 50 roeden, 286 voeten met een pachtopbrengst van 51 gulden), P. Hellemans (1 bunder, 194 roeden, 166 voeten met een pachtopbrengst van 53 gulden), weduwe P. Van Put (3 bunders, 111 roeden, 205 voeten met een pachtopbrengst van 135 gulden), P. J. Verhoeven (5 bunders, 64 roeden, 297 voeten met een pachtopbrengst van 227 gulden) en C. Verlinden (264 roeden, 162 voeten met een pachtopbrengst van 23 gulden, 2 stuivers). | 01/01/1812 31/12/1821 |
130 | A.11/62.0.0 | Leverbewijs, opgesteld door Jan Claes (pachter), van een schuit mest (90 gulden) die door J. B. Deroek aan de heer Stier te Schelle geleverd werd. | 03/06/1825 03/06/1825 |
131 | A.11/63.0.0 | Vonnis uitgesproken door de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen ten gunste van de heer Stier. Zo hadden de gezusters Anna Carolina en Suzanna Henrietta Segers (bijgestaan door procureur De Haen) samen met hun pachter Van Dorsselaer zonder toestemming enkele bomen in de Hespenstraat te Aartselaar gekapt. Deze bomen hoorden toe aan de heer Stier die krachtens het vonnis recht had op een schadevergoeding van 300 gulden. | 28/06/1821 10/11/1824 |
132 | A.11/64.0.0 | Verzoekschrift opgesteld te Antwerpen door procureur De Haen vanwege de gezusters Anna Carolina en Suzanna Henrietta Segers aan meester procureur Brants, die de belangen van de heer Stier behartigde. Beide zusters bepleiten een vermindering van de opgelegde schadevergoeding van 300 gulden naar 20 Nederlandse gulden. | 25/11/1824 25/11/1824 |
133 | A.11/65.0.0 | Brief van Henriecus Geerts vanuit Brecht aan de heer Van Veldhoeven ter attentie van de heer Stier. De heer Geerts was de heer Stier kennelijk nog geld schuldig en verontschuldigt zich dat deze som nog niet werd afgelost. | 09/09/1828 09/09/1828 |
134 | A.11/66.0.0 | Kleine nota/memo met onduidelijke inhoud. | 22/12/1826 22/06/1827 |
135 | A.11/67.0.0 | Verklaring opgesteld te Brussel door Josephus De Moor, deurwaarder van de Rechtbank van Eerste Aanleg, op vraag van notaris Joannes Hubertus Bleyckaerts. Betreft de attestatie van de vonnissen uitgesproken op 20/01/1825, 13/05/1825 en 11/06/1825 door de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel ten laste van baron Philippus Eugenius Theodorus Antonius de Waha. Hij was de heer Stier nog twee achterstallige renten (07/01/1820 en 07/01/1821) schuldig en moest bovendien ook opdraaien voor de bijhorende gerechtskosten. | 16/07/1825 16/07/1825 |
C - Cogels
CS - Calvert Stier
DC - de Coninck
DG - de Gruben, Kramp, van Parijs, Martens, Fourmont, Fourment, van der Aa, Cardon, de Vlieghere, van Eupen, de Neuff, van Delft, Jordaens, van Horenbeeck, Beeckmans, Pouppez de Kettemis, de Turck, della Faille
H - van Havre
HS - van Havre Schoten
M - Melijn
P - Peeters d'Aertselaer
V - de Weerdt Rubens
VE - van Ertborn
VS - van Havre Stier